Drieasser 378 en 339
Deze trams reden op het stadstramnet in Gent van 1930 tot 1971. De ombouw gebeurde in eigen beheer, wat toen de gewoonte was.
Tussen 1950 en 1954 werden alle drieassers gemoderniseerd met de bedoeling om alle onderreeksen ook maximaal te standaardiseren. De tussenschotten van de klasse-indelingen werden weggenomen, er kwam rubber vloerbekleding, verlichting met TL-lampen en er kwamen filmkasten voor de bestemmingsfilm.
Bij drieasser 378 in oude uitvoering zie je duidelijk dat het gaat om verschillende soorten trams die zijn omgebouwd tot een voertuig met een gelijkaardig uiterlijk. Zo verschillen de plaatsing van de ramen en deuren lichtjes van elkaar. In 2015 werd de tram gerestaureerd naar zijn originele staat. Omdat de tram tot aan zijn restauratie in openlucht stond en de weeromstandigheden daardoor hun tol hadden geëist, werd beslist om deze tram om te bouwen naar een drieasser van 1930 tot 1950. Dit is te merken aan de zitbanken die in de lengte zijn geplaatst (langsbanken) en de twee grote en twee kleine zijramen.
Drieasser 339 is gerestaureerd in de einduitvoering. De tram bleef nog in dienst tot 31 maart 1974 toen de PCC de hele tramdienst in Gent overnam. Het voertuig kreeg echter nog enkele jaren respijt als dienstvoertuig, onder meer voor het trekken van platte werkwagens voor de spoordienst.
- Bouwjaar: 1929 en 1930
- Constructeur: ETG/TEG (Elektrische Tramwegen van Gent / Tramways Electriques de Gand) – werkhuizen Ateliers Métallurgiques te Nivelles (chassis en koetswerk platformen)
- Reeks: Diverse reeksen
- Motoren: 2x ACEC TVI a
- Beremming: Rheostatisch – handrem type Ackley (geen railrem), later railrem.
- Gewicht leeg: 10,5 en 11 ton
- Zitplaatsen: 22